Oktober
De zon in de handen van de Kosmische Wagenmenner schijnt over stad en land. Het akkerland is geploegd en het winterkoren wordt ingezaaid. Een boer te paard is het land aan het eggen. Zijn eg is verzwaard met een kei om de houten tanden dieper in de grond te laten dringen. Kraaien en eksters volgen de zaaier voor een gemakkelijk maal. Alles wordt in het werk gesteld om het zaaigoed te beschermen. Op de akker aan de oever van de rivier (de Seine) zien we een vogelverschrikker in de vorm van een boogschutter en er zijn lijnen gespannen die de vogels moeten ontmoedigen.
Het complex op de achtergrond is het Louvre in een van zijn vroegere verschijningsvormen. De spectaculaire fundamenten van het hier geschilderde complex zijn weer toegankelijk gemaakt in de souterrains van het huidige museum. Het Louvre was in 1400 al zo’n tweehonderd jaar de belangrijkste residentie van de koningen van Frankrijk. De zware toren in het midden, de Tour du Louvre, was het symbolische centrum van de koninklijke macht. In de diepe kerkers zuchtten de belangrijkste gevangenen, door enkele dikke muren gescheiden van de koninklijke schatkamers. De Nijmeegse schilder Johan Maelwael, de oom en mentor van de gebroeders Van Lymborch, werkte hier vlak voor 1400 voor de toenmalige koningin van Frankrijk, Isabella van Beieren.
Later waren ook de gebroeders zelf hier vaak te gast. In de bibliotheek van koning Karel VI, de neef van de hertog van Berry, raadpleegden ze de beroemde koninklijke verzameling manuscripten, prenten en penningen.
De scène oogt vredig, maar het waren roerige tijden in Parijs. De Honderdjarige Oorlog tegen Engeland verliep rampzalig en bovendien ontstond er een bittere burgeroorlog in de stad. In 1411 keerde het Parijse gepeupel zich tegen de hertog van Berry en molesteerde zijn bezittingen in de stad. Het Château de Nesle werd daarbij geplunderd. Gelukkig was de bibliotheek op tijd in veiligheid gebracht. Zijn andere kasteel binnen de muren, het Château de Bicêtre, werd in brand gestoken. Daarbij ging een onbekend aantal wandschilderingen van de gebroeders Van Lymborch verloren. Enige maanden later kon de hertog met zijn gevolg weer terugkeren naar Parijs, maar de situatie bleef onstabiel tot zijn dood (en de dood van de drie gebroeders Van Lymborch) in 1416.
Deskundigen zijn het er niet over eens hoeveel van deze schildering moet worden toegeschreven aan de gebroeders Van Lymborch. Zoals bij alle maandminiaturen is de algehele opzet en het astrologische timpaan zeker van de Van Lymborchs. Over de rest verschillen de meningen.
Door: Clemens Verhoeven