Maelwael Van Lymborch Huis
De Werken van de Gebroeders
De gebroeders Van Lymborch leven in een van de spannendste perioden uit de kunstgeschiedenis. De Westerse kunst, zoals we die nu kennen, wordt geboren. Met nieuwe kenmerken, zoals originaliteit, emoties en persoonlijkheid in figuren en niet in de laatste plaats perspectief. Binnen deze ontwikkelingen pakken de gebroeders Van Lymborch een belangrijke rol als vernieuwers, met roem en fortuin als hun deel.
De roem is opmerkelijk. In die tijd schikken ambachtslieden zich in een anonieme, dienende rol. Zo niet bij deze jongens uit Nijmegen. In hun getijdenboeken treden miniaturen op de voorgrond; complete bladzijden worden ingeruimd voor hun schilderingen.
En dat is nieuwe kunst. Hemelsblauwe luchten wisselen af met stormen, dieren hebben sporen in het zand achtergelaten en een jongetje plast in de sneeuw. Mensen staan levensecht op het perkament. Landschappen openen van onderop of van bovenaf. Onderwerpen maken zich voorzichtig los van religie; er zijn dagelijkse taferelen te zien. En dat allemaal met veel oog voor detail vastgelegd op de centimeters van een boek-bladzijde.
Tegelijk laten de gebroeders niet de realiteit van het leven uit die tijd zien. Eerder een ideaal, om de realiteit op afstand te houden. De stank en rotzooi in de steden, de constante dreiging van de Zwarte Dood en tal van andere gevaren, ook voor de adel. Boven elke aanstaande reis hangen berovingen als een zwaard van Damocles. Maar de gebroeders Van Lymborch roepen een aards hemelrijk op.
In de kern zijn de gebroeders Van Lymborch deze vernieuwingen niet begonnen; daarvoor moet je in Italië zijn. Waar frescoschilders, zoals Giotto, hun kerkelijke muurschilderijen verrijken met mensen van vlees en bloed. Mensen waaraan je voor het eerst de sterfelijkheid kunt aflezen.
Een eeuw later laten de gebroeders deze kunstontwikkeling acceleren naar nieuwe hoogten. En dat doen zij op het perkament van hun getijdenboeken; misschien ook in andere kunstvormen, zoals paneel- en muurschilderingen, maar die zijn dan niet bewaard gebleven.
De geboren Nijmegenaren maken zo de weg vrij voor alles wat in de eeuw daarna komt. Wie wil begrijpen waarom Giotto en Jan van Eyck – meer dan een eeuw van elkaar verwijderd – in een adem worden genoemd, kan niet om de gebroeders Van Lymborch heen.
En dat is ook om de autonome kracht in hun kunst, een kracht die de eigen tijd ver overstijgt. Meer dan vijfhonderd jaar na hun dood worden hun werken herontdekt. Voor het eerst op wereldschaal. Het Amerikaanse tijdschrift Life publiceert in 1948 reproducties van een serie werken, die daarmee wereldberoemd worden om hun uniciteit. Inmiddels zal elke kunstliefhebber wel een afbeelding uit het oeuvre van de gebroeders Van Lymborch hebben gezien.
En toch staan de makers zelf, de drie broers uit Nijmegen, nog steeds in de kantlijn van de geschiedenis. Wat niet wegneemt dat zij een serieuze bijdrage hebben geleverd om de kunst uit de marge te halen. Naar het centrum van onze aandacht.